Niemand kan zonder herinneringen, omdat ze bijdragen aan het behoud van identiteit. Hetzelfde geldt op breder niveau voor onze samenleving: belangrijke gebeurtenissen of personen uit het (recente) verleden krijgen een plaats in het collectieve geheugen. Ook hier gaat het in de eerste plaats om de vorming van een identiteit. Daarnaast speelt de behoefte om scheidslijnen ten opzichte van andere samenlevingen te trekken een rol. Door herinneringen vast te leggen hopen we een beeld te krijgen van hoe we ons tot het leven van alledag en de toekomst moeten verhouden. De canon, waar de laatste tijd zoveel discussie over is, kunnen we als een belangrijke maatstaf beschouwen, waarin een samenleving laat zien welke normen en waarden men koestert.
Collectieve herinneringen nemen verschillende vormen aan. Als we aan Nederland denken dan kunnen we bijvoorbeeld de herdenking op 4 mei en het afschieten van vuurwerk met oudjaar noemen. Ook kunnen bepaalde locaties – de plekken waar Willem van Oranje, maar ook Peter R. de Vries vermoord werden – een specifieke functie krijgen. De grote en uitdagende vraag luidt natuurlijk wie bepaalt hoe het verleden herdacht wordt. Vaak blijkt de wijze van organisatie immers flinke meningsverschillen los te maken, als we bijvoorbeeld denken aan de weerzin van verzetslieden om ook Duitse soldaten die in WO II gesneuveld zijn op 4 mei te herdenken. Daarnaast is het boeiend te zien wat een samenleving zich liever niet meer wil herinneren, men denke aan de weerzin om de ‘politionele acties’ in Nederlands-Indië op te rakelen. We zien ook hoe bij conflicten de ene cultuur het geheugen van de andere probeert uit te schakelen. Een goed voorbeeld is de vernietiging van bouwwerken door IS.
In deze lezing wil ik bekijken welke bijdrage de literatuur – de dagboeken van Anne Frank en Etty Hillesum bijvoorbeeld – aan het behoud van ons culturele geheugen kan leveren. Waarom willen we deze teksten behouden? Speciale aandacht zal ik geven aan de rol die ze spelen om met ons verleden in het reine te komen.
Hans van Stralen (1954) studeerde theologie, filosofie, Nederlandse taal-en letterkunde en literatuurwetenschap aan diverse universiteiten. In 1990 promoveerde hij op het fenomeen ‘bewustzijn’ in modernistische literatuur en in 2009 schreef hij zijn dissertatie in de theologie over bekeringen. In 1997 studeerde hij af in de filosofie. Hij heeft diverse studies over de hermeneutiek, het existentialisme en over de relatie tussen literaire en religieuze/filosofische teksten gepubliceerd. Hij was als literatuurwetenschapper en theoloog van 1985-2022 aan diverse universiteiten in Nederland verbonden en woont sinds een jaar in Amersfoort.
Aanmelden via het aanmeldformulier hieronder.
Datum en tijd: Woensdag 15 november, 15-17 uur
Locatie: Het Boekhuis, Zonnehof 15
Deze activiteit is al geweest